Gezond sporten

Gezond sporten

Uittreksel uit Decreet inzake gezond en ethisch sporten van 20/12/2013

HOOFDSTUK 4 Gezond sporten

Afdeling 1: Algemene bevordering van gezond sporten

 

Artikel 6. (01/01/2015- …)

Elke sportorganisatie bevordert het gezond sporten, rekening houdend met de aard en de context

van de sportbeoefening, onder meer door de omstandigheden en toestanden die negatief

inwerken op de fysieke of psychische integriteit van de sporter daadwerkelijk te voorkomen en te

bestrijden door doelmatige initiatieven en gepaste maatregelen.

De Vlaamse Regering kan de verplichtingen, vermeld in het eerste lid, nader preciseren. Ze kan

dat doen via algemeen geldende bepalingen of via bepalingen die specifiek gelden voor een of

meer sporten of sportcontexten. De preciseringen kunnen onder meer betrekking hebben op het

voeren van een gezond sportbeleid, dat op informatie en expertise is gebaseerd, een of meer

risicoanalyses bevat en keuzes maakt inzake leeftijdsgrenzen en sportmedische geschiktheid.

De Vlaamse Regering kan aan de sportorganisaties nadere verplichtingen opleggen om de

initiatieven en maatregelen, vermeld in het eerste lid, te evalueren of erover te rapporteren.

De Vlaamse Regering kan, voor een of meer sporten of sportcontexten, kwaliteitsstandaarden

erkennen of opleggen voor een beleid of een praktijk inzake gezond sporten dat bijdraagt aan het

voldoen van de verplichtingen, vermeld in het eerste lid.

 

Artikel 7. (01/01/2015- …)

Elke sportorganisatie heeft, rekening houdend met de aard en de context van de

sportbeoefening, de verantwoordelijkheid om voor sporters toegankelijke en relevante informatie

te verschaffen over :

1° de preventie van specifieke risico’s, verbonden aan het beoefenen van de desbetreffende

sport;

2° de initiatieven die genomen zijn om het gezond sporten voor de sporter te bevorderen ter

uitvoering van artikel 6, eerste lid.

Voor de minderjarige sporter wordt de informatie, vermeld in het eerste lid, ook beschikbaar

gesteld aan diens ouders of voogd of de persoon die de bewaring over de minderjarige heeft.

 

Afdeling 2: Sportmedisch geschiktheidsonderzoek

 

Artikel 8. (30/04/2014- …)

Een sportorganisatie kan een sportmedisch geschiktheidsonderzoek opleggen aan sporters die

deelnemen aan een sport die onder haar rechtstreekse verantwoordelijkheid valt.

Voor het opleggen van een sportmedisch geschiktheidsonderzoek aan sporters, houdt de

sportorganisatie rekening met de aard en de context van de sportbeoefening, zoals de leeftijd van

de sporter, de aard van de beoefende sport, de intensiteit van de sportbeoefening en de, in

voorkomend geval, toepasselijke reglementaire en internationale voorwaarden voor de

desbetreffende sportbeoefening.

Ingeval een sportmedisch geschiktheidsonderzoek opgelegd is, verschaft de sportorganisatie aan

de sporter toegankelijke en relevante informatie over de inhoud en de draagwijdte van dat

sportmedische geschiktheidsonderzoek.

Voor de minderjarige sporter wordt de informatie, vermeld in het tweede lid, ook beschikbaar

gesteld aan diens ouders of voogd of de persoon die de bewaring over de minderjarige heeft.

 

Artikel 9. (30/04/2014- …)

Het sportmedische geschiktheidsonderzoek heeft uitsluitend tot doel de lichamelijke geschiktheid

van de sporter te evalueren met het oog op sportbeoefening.

Het sportmedische geschiktheidsonderzoek wordt uitgevoerd door een arts.

De Vlaamse Regering kan onder de voorwaarden die ze bepaalt, voor sportmedische

geschiktheidsonderzoeken, rekening houdend met de aard en de context van de

sportbeoefening, kwaliteitsstandaarden erkennen of opleggen.

De kwaliteitsstandaarden, vermeld in het derde lid, kunnen naargelang van het geval betrekking

hebben op zowel de inhoud, de werkwijze als de verantwoordelijke voor de uitvoering van het

sportmedische geschiktheidsonderzoek.

 

Afdeling 3: Bijzondere voorwaarden en grenzen aan gezond sporten

 

Artikel 10. (30/04/2014- …)

  • 1. De Vlaamse Regering kan voor het beoefenen van een sport die, gelet op de aard en de

context ervan, een bijzonder risico meebrengt voor de fysieke of psychische integriteit van de

sporter, voorwaarden bepalen die nageleefd moeten worden met het oog op de bescherming van

de gezondheid van de sporter.

De voorwaarden, vermeld in het eerste lid, kunnen onder meer betrekking hebben op :

1° leeftijdsgrenzen;

2° de opleiding of begeleiding van minderjarige sporters;

3° de opleiding of begeleiding van sporters;

4° de aanwezigheid van een arts;

5° het sportmedische geschiktheidsonderzoek.

  • 2. Elke vorm van sportbeoefening die een extreem risico inhoudt voor de fysieke of psychische

integriteit van de sporter, kan door de Vlaamse Regering worden verboden.